Voegenslijtage
VOEGSLIJTAGE EN SCHOTELING
VOEGSLIJTAGE
In zones waarover verkeer rijdt, zijn er twee soorten voegen: stortvoegen en schijnvoegen. Stortvoegen zijn de voegen aan het einde van een stortbeurt. Schijnvoegen (of krimpvoegen) zijn voegen binnen elke stortbeurt die zijn ontworpen om de verwachte barsten in een rechte lijn te leiden. Doorgaans worden er voegen voorzien op een interval van 3 m tot 5 m.
De voegen worden aangetast door het inkrimpen van het beton. Traditioneel beton krimpt ongeveer 3 mm of meer op elke 6 m. Dat betekent dat in de periode van één tot twee jaar gedurende welke beton krimpt, de voegen nog 2 tot 6 mm kunnen uitzetten. Dat kan heel wat gevolgen hebben voor het gebruikte voegmateriaal.
Voegen op plaatsen met veel verkeer moeten altijd worden opgevuld. De functie van het vulmateriaal is om de voegranden te beschermen (ondersteunen) tegen schade door wielen. Deze schade zorgt voor versplintering of afbrokkeling van het beton. Zodra versplintering begint, wordt het probleem voortdurend breder en dieper. Deze losse betondelen beschadigen de voertuigwielen, vormen bulten waardoor de voertuigen moeten vertragen en kosten uiteindelijk heel wat geld om te repareren.
Om doeltreffend te zijn, moet het vulmateriaal redelijk vast zijn, zoals erg hard rubber. Dat betekent echter ook dat het niet zal uitzetten als de voeg breder wordt. Er zijn maar twee manieren om dit dilemma op te lossen:
(1) het vulmateriaal pas laat in de werkzaamheden aanbrengen zodat een deel van het krimpen al heeft plaatsgevonden; en
(2) rekening houden met reparatie of vervanging van het vulmateriaal nadat het krimpen is gestabiliseerd, doorgaans na een eerste volledige verwarmingsperiode.
Als u merkt dat vulmateriaal in de voegen scheurt (inwendig of uitwendig), neem dan contact op voor de aanbevolen corrigerende maatregelen.Als u nu al afbrokkeling vaststelt van de voegranden, reageer dan meteen. De eenvoudigste en goedkoopste manier om dit op te lossen, is de oorzaak identificeren en de juiste actie ondernemen voordat de stukjes groter worden. Hoe langer u wacht, hoe duurder het zal worden – op allerlei manieren!
Versplintering van voegen kan te wijten zijn aan vele oorzaken, zoals:
- De voegen zijn niet of niet correct opgevuld.
- Het vulmateriaal is te zacht om het verkeer te torsen.
- Het vulmateriaal werd te vroeg aangebracht en werd uit elkaar getrokken naarmate de voegen breder werden.
- Het vulmateriaal werd te diep aangebracht zodat het de rand niet beschermt.
- Het vulmateriaal werd te diep aangebracht om harde wielen te ondersteunen (vulmateriaal moet in de volledige diepte worden aangebracht in gesneden voegen, 5 cm diep in stortvoegen).
- Het vulmateriaal was van minderwaardige kwaliteit en verslechterde na verloop van tijd.
- De betonrand zelf was zwak.
- De voeg was aan een kant hoger en dus kwetsbaar voor voertuigen.
SCHOTELING AAN VOEGRANDEN
Een voorbeeld van een voegprobleem is het zogeheten "schotelen". Betont krimpt bovenaan sneller omdat de bovenlaag is blootgesteld aan de lucht. Door het krimpen krullen de uiteinden van elke stortbeurt omhoog. (Hetzelfde effect is zichtbaar bij opgedroogde modder.) Om te bepalen of u een geschotelde voeg hebt, legt u gewoon een liniaal over de voeg en kijkt u of deze heen en weer kan bewegen. Soms hoort u ook een bons wanneer er een voertuig over rijdt of ziet u duidelijk dat de plaat gebogen is.
Een schoteling kan de voegranden op verschillende hoogtes brengen waardoor de hoogste voeg wordt blootgesteld aan de wielen van de voertuigen die erover rijden. Maar een schoteling kan nog ergere problemen veroorzaken. Naarmate de bovenrand van een betonplaat naar boven buigt, kan de onderkant van de plaat mee omhoog komen. Wanneer er voertuigen over rijden, kunnen de twee naast elkaar liggende platen "schommelen" omdat ze buigen door de uitgeoefende druk. Dat betekent dat beide platen op een gegeven moment te lijden hebben onder de doortocht van het voertuig. Door het schommelen komt ook het vulmateriaal los en wordt dit waardeloos. Het probleem van het schommelen wordt niet opgelost door het vulmateriaal te vervangen. Schotelen is een natuurlijk fenomeen dat nauwelijks vermeden kan worden, maar wel kan worden geminimaliseerd. De belangrijkste vraag voor u als eigenaar is:
- Hoe ernstig is de schoteling ten opzichte van de verhoging van de voegrand? Heeft dit gevolgen voor mijn activiteiten?
- Schommelen de uiteinden van de betonplaten? Hoeveel?
- Kan het schommelen makkelijk worden gestopt of zijn meer geavanceerde maatregelen nodig?
- Is het schommelen van mijn vloer "normaal" of ligt een fout in het ontwerp of de bouwmethode aan de oorzaak van het probleem?
Masterss vlakt deze verhogingen uit, of installeert een nieuw type dilatatieprofiel dat de vloerplaten consolideert maar nog steeds horizontale beweging toelaat.